yast2-cluster is not part of openSUSE Leap 15. It exists only in openSUSE Tumbleweed and enterprise products.
Component | Approved | Translated | Unfinished | Unfinished words | Unfinished characters | Untranslated | Checks | Suggestions | Comments | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
master GPL-2.0 | 0% | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
|
||||||||||
Glossary yast-cluster GPL-2.0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
|
Overview
Project website | github.com/yast/yast-cluster | |
---|---|---|
Project maintainers | ancorgonzalezsosa | |
Language | Dutch | |
Language code | nl | |
Text direction | Left to right | |
Number of speakers | 32,796,705 |
3 weeks ago
String statistics
Strings percent | Hosted strings | Words percent | Hosted words | Characters percent | Hosted characters | |
---|---|---|---|---|---|---|
Total | 147 | 2,041 | 14,683 | |||
Approved | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 |
Waiting for review | 100% | 147 | 100% | 2,041 | 100% | 14,683 |
Translated | 100% | 147 | 100% | 2,041 | 100% | 14,683 |
Needs editing | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 |
Read-only | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 |
Failing checks | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 |
Strings with suggestions | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 |
Untranslated strings | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 |
Quick numbers
and previous 30 days
Trends of last 30 days
—
Hosted words
+100%
—
Hosted strings
+100%
—
Translated
+100%
—
Contributors
—
FreekDeKruijf
Translation changed |
|
None
Resource updated |
The “
/var/lib/weblate/vcs/yast-base/master/po/cluster/nl.po ” file was changed.
a year ago
|
None
Source string changed |
|
FreekDeKruijf
Translation changed |
|
FreekDeKruijf
Translation added |
|
None
Resource updated |
The “
/var/lib/weblate/vcs/yast-base/master/po/cluster/nl.po ” file was changed.
2 years ago
|
None
Resource updated |
The “
/var/lib/weblate/vcs/yast-base/master/po/cluster/nl.po ” file was changed.
2 years ago
|
None
Resource updated |
The “
/var/lib/weblate/vcs/yast-base/master/po/cluster/nl.po ” file was changed.
2 years ago
|
None
Resource updated |
The “
/var/lib/weblate/vcs/yast-base/master/po/cluster/nl.po ” file was changed.
2 years ago
|
None
Resource updated |
The “
/var/lib/weblate/vcs/yast-base/master/po/cluster/nl.po ” file was changed.
2 years ago
|
<p><b><big>Bind Network Address</big></b><br>This specifies the address which the corosync executive should bind. This address should always end in zero. If the totem traffic should be routed over 192.168.5.92, set bindnetaddr to 192.168.5.0.<br>This may also be an IPV6 address, in which case IPV6 networking will be used. In this case, the full address must be specified and there is no automatic selection of the network interface within a specific subnet as with IPv4. If IPv6 networking is used, the nodeid field must be specified.<br></p>
<p><b><big>Multicast Address</big></b><br>This is the multicast address used by corosync executive. The default should work for most networks, but the network administrator should be queried about a multicast address to use. Avoid 224.x.x.x because this is a "config" multicast address.<br>This may also be an IPV6 multicast address, in which case IPV6 networking will be used. If IPv6 networking is used, the nodeid field must be specified.</p>
<p><b><big>Port</big></b><br>This specifies the UDP port number. It is possible to use the same multicast address on a network with the corosync services configured for different UDP ports.<br></p>
<p><b><big>Member Address</big></b><br>This list specifies all the nodes in the cluster by IP address. This could be configurable when using udpu(Unicast). <br></p>
<p><b><big>Node ID</big></b><br>This configuration option is optional when using IPv4 and required when using IPv6. This is a 32 bit value specifying the node identifier delivered to the cluster membership service. If this is not specified with IPv4, the node id will be determined from the 32 bit IP address the system to which the system is bound with ring identifier of 0. The node identifier value of zero is reserved and should not be used.<br></p>
<p><b><big>rrp_mode</big></b><br>This specifies the mode of redundant ring, which may be none, active, or passive. Active replication offers slightly lower latency from transmit to delivery in faulty network environments but with less performance. Passive replication may nearly double the speed of the totem protocol if the protocol doesn't become cpu bound. The final option is none, in which case only one network interface will be used to operate the totem protocol. If only one interface directive is specified, none is automatically chosen. If multiple interface directives are specified, only active or passive may be chosen.<br></p>
<p><b><big>Cluster Name</big></b><br>This specifies the name of cluster and it's used for automatic generating of multicast address. Default is hacluster. For a geo cluster, each cluster must have a unique name.<br></p>
<p><b><big>Expected votes</big></b><br>Expect vote number for voting quorum. Will be automatically calculated when the nodelist {} section is present in corosync.conf (the list will be generated when using unicast transport) or can be specified in the quorum {} section (Expect votes should use the total node numble of the cluster). If Expected votes presents in unicast transport, the value will override the one automatically calculated. For safety, the Expected votes will be disabled once nodelist not empty, it's good for ignore the inappropriate Expected votes set.<br></p>
<p><b><big>Auto Generate Node ID</big></b><br>Nodeid is required when using IPv6. Auto node ID enabled will generate nodeid automatically.<br></p>
openaiscorosync-executive. Dit adres moet altijd eindigen op nul. Als het TOTEM-verkeer moet worden doorgestuurd via 192.168.5.92, stelt u bindnetaddr in op 192.168.5.0.<br>Dit kan ook een IPV6-adres zijn, in welk geval een IPV6-netwerk wordt gebruikt. In dit geval moet het volledige adres worden opgegeven en is er geen automatische selectie van de netwerkinterface binnen een specifiek subnet, zoals met IPv4. Als een IPv6-netwerk wordt gebruikt, moet het veld voor de knooppunt-id worden opgegeven.<br></p><p><b><big>Multicast-adres</big></b><br>Dit is het multicast-adres dat door
openaiscorosync-executive wordt gebruikt. De standaardinstelling werkt voor de meeste netwerken, maar vraag aan de netwerkbeheerder welk multicast-adres moet worden gebruikt. Gebruik 224.x.x.x niet, omdat dit een 'config' multicast-adres is.<br>Dit kan ook een IPV6-multicast-adres zijn. In dat geval wordt een IPV6-netwerk gebruikt. Als een IPv6-netwerk wordt gebruikt, moet het veld voor de knooppunt-id worden opgegeven.</p><p><b><big>Poort</big></b><br>Hiermee wordt het UDP-poortnummer opgegeven. U kunt hetzelfde multicast-adres gebruiken op een netwerk waarop de
openaiscorosync-services voor verschillende UDP-poorten zijn geconfigureerd.<br></p><p><b><big>Lidadres</big></b><br>Met deze lijst worden alle knooppunten in het cluster per IP-adres opgegeven. Dit kan configureerbaar zijn wanneer udpu(Unicast) wordt gebruikt. <br></p>
<p><b><big>Knooppunt-id</big></b><br>Deze configuratieoptie is optioneel wanneer IPv4 wordt gebruikt en is vereist wanneer IPv6 wordt gebruikt. Dit is een 32-bits waarde waarmee de knooppunt-id wordt opgegeven die bij de clusterlidmaatschapsservice wordt bezorgd. Als deze niet wordt opgegeven met IPv4, wordt de knooppunt-id bepaald op basis van het 32-bits IP-adres waarmee het systeem is verbonden met ring-id 0. De waarde van de knooppunt-id van nul is gereserveerd en mag niet worden gebruikt.<br></p>
<p><b><big>rrp_mode</big></b><br>Hiermee wordt de modus van redundante ring opgegeven. De modus kan Geen, Actief of Passief zijn. Actieve replicatie biedt iets lagere latentie van verzenden tot bezorgen in netwerkomgevingen met fouten, maar met minder prestaties. Passieve replicatie kan de snelheid van het TOTEM-protocol bijna verdubbelen als het protocol niet CPU-gebonden wordt. De laatste optie is Geen. Met deze optie wordt slechts één netwerkinterface gebruikt voor het TOTEM-protocol. Als slechts één interface-instructie wordt opgegeven, wordt automatisch Geen gekozen. Als meerdere interface-instructies worden opgegeven, kan alleen Actief of Passief worden gekozen.<br></p>
<p><b><big>Clusternaam</big></b><br>Dit specificeert de naam van het cluster en het wordt gebruikt voor automatische generatie van het multicast adres. Standaard is hacluster. Voor een geo-cluster moet elk cluster een unieke naam hebben.<br></p>
<p><b><big>Verwachte stemmen</big></b><br>Het verwachte aantal stemmen voor het stemquorum. Dit aantal wordt automatisch berekend wanneer de sectie nodelist {} aanwezig is in corosync.conf (de lijst wordt gegenereerd wanneer unicast-transport wordt gebruikt) of kan worden opgegeven in de sectie quorum {} (voor Verwachte stemmen moet het totaal aantal knooppunten van het cluster worden gebruikt). Als voor Verwachte stemmen unicast-transport voorkomt, overschrijft de waarde de automatisch berekende waarde. Voor de veiligheid zal de Verwachte stemmen worden uitgeschakeld op het moment dat de knoppuntlijst niet leeg is, het is goed om de ingestelde Verwachte stemmen te negeren.<br></p>
<p><b><big>Knooppunt-id automatisch genereren</big></b><br>Bij gebruik van IPv6 is de knooppunt-id vereist. Als Knooppunt-id automatisch genereren is ingeschakeld, wordt de knooppunt-id automatisch gegenereerd.<br></p>